De Basis: Maatschappelijk Werk
Na mijn HAVO besloot ik HBO Maatschappelijk Werk te gaan studeren. Niet omdat het 'moest', maar omdat ik voelde dat ik mensen wilde helpen. Er was iets in mij dat naar verbinding zocht,
naar het echte verschil maken in iemands leven.
Die jaren op de HBO waren vormend. Ik leerde niet alleen de theorie van hulpverlening, maar ook hoe complex mensen zijn. Hoe ieder verhaal uniek is. Hoe belangrijk het is om echt te luisteren, niet alleen naar woorden maar naar wat er onder de oppervlakte speelt.
Twintig Jaar in de Praktijk
Bijna twintig jaar lang was ik actief als maatschappelijk werker. Twintig jaar van gesprekken, begeleiding, crises en doorbraken. Ik werkte met mensen in alle levensfasen, met alle mogelijke verhalen. Sommige licht, andere zwaar. Maar allemaal waardevol.
In die jaren ontwikkelde ik iets wat je niet uit boeken leert: intuïtie. Het vermogen om aan te voelen wat iemand echt nodig heeft, nog voordat ze het zelf weten. Om tussen de regels door te lezen. Om te voelen wanneer er meer speelt dan wat er gezegd wordt.
Die intuïtie werd mijn grootste kracht als hulpverlener. Niet de protocollen of theorieën - hoewel die belangrijk waren - maar dat innerlijke kompas dat me vertelde hoe ik iemand het beste kon helpen.